(bron FD artikel)
De Wet werk en zekerheid (Wwz) van Lodewijk Asscher heeft het voor werkgevers niet alleen veel lastiger gemaakt om personeel te ontslaan, maar ook fors duurder. Dat blijkt uit een analyse van gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtspraak tussen juli 2015 en juli 2018. De evaluatie van drie jaar ontbindingspraktijk wordt vrijdag gepresenteerd door drie onderzoekers van de Erasmus School of Law.
Sinds de invoering van de Wwz is het aantal afwijzingen door de rechter van ontbindingsverzoeken verviervoudigd, van gemiddeld 9% in de voorafgaande periode tot gemiddeld 36% in de afgelopen drie jaar. Bovendien wijst de rechter momenteel in een op de vier keer een zogenoemde billijke vergoeding toe, terwijl was beloofd dat dit slechts in uitzonderlijke gevallen zou gebeuren.
Muizengaatje
‘Asscher had het destijds over een muizengaatje, voor ernstig verwijtbaar gedrag. Een werkgever moest zich met andere woorden wel heel schofterig opstellen om het zover te laten komen’, zegt Ruben Houweling, hoogleraar en ‘aanjager’ van het onderzoek. Met medeonderzoekers Ilse Kersten en Pascal Kruit, beiden van Boontje Advocaten, komt hij nu tot de conclusie dat er eerder sprake is van een konijnenhol of zelfs rattenplaag.
Vooral het afgelopen jaar laat een sterk stijging zien van het aantal toegekende vergoedingen en de hoogte van de toegekende bedragen. In de gepubliceerde rechtspraak is het gemiddelde bedrag meer dan verdubbeld, van €31.522 tot €67.838. Dat is bijna drieënhalve maand per dienstjaar. Houweling kan niet in absolute bedragen aangeven in welke mate de lasten voor werkgevers zijn gestegen.
New Hairstyle
De neiging om hogere bedragen te vragen en die claims ruimhartiger toe te wijzen, hangt volgens de juristen mogelijk samen met een uitspraak van de Hoge Raad in de zomer van vorig jaar. In deze New Hairstyle-beschikking schetst de hoogste rechter een aantal criteria. ‘Maar het kan natuurlijk ook komen doordat men na de crisis wat gemakkelijker is geworden’, aldus Houweling.
De nieuwe wet moest ontslag juist eenvoudiger, goedkoper, eerlijker en sneller maken. PvdA-minister Asscher sloeg in zijn tijd waarschuwingen uit de arbeidsrechtpraktijk dat dit wel eens zou kunnen tegenvallen in de wind. Zijn opvolger Wouter Koolmees (D66) toont zich wel gevoelig. Een dezer dagen stuurt hij de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), met het advies van de Raad van State, naar de Kamer. Door toevoeging van een extra ontslaggrond — een optelsom van bestaande gronden — zou het weer eenvoudiger moeten worden om zonder buitensporige kosten van een werknemer af te komen. De resultaten van het onderzoek kunnen worden gezien als steun voor dat wetsvoorstel.
Rechtsongelijkheid
De billijke vergoeding is bedoeld als uitzonderlijke aanvulling op de transitievergoeding. Dat is een ‘kleurloze’, voorspelbare ontslagvergoeding, op basis van dienstjaren. Dit systeem is in de plaats gekomen van de kantonrechtersformule. Die moest verdwijnen, omdat hij volgens werkgevers te duur uitpakte. De WAB zou het recht op billijke vergoeding bij ontslag op grond van de zogenoemde ‘impassegrond’ beperken tot 50% van de transitievergoeding. Als — zoals het kabinet hoopt — veel ontslagzaken daarop gaan uitdraaien, zou dat volgens Houweling een antwoord kunnen zijn op de stijging van de vergoedingen.
Aan de andere kant valt uit het onderzoek wel op te maken dat de hoogte van de billijke vergoedingen sinds de afschaffing van de kantonrechtersformule ‘weer alle kanten op gaat.’ Als het voor ontslagen werknemers gaat lonen om goed uit te zoeken welke rechter meestal hoog gaat zitten, ligt rechtsongelijkheid weer op de loer, waarschuwt Houweling.